op één lijn 56 3e uitgave 2016 Jan ging zitten. “Ik vind het moeilijk dokter, maar ik wil het met u bespreken. Hebt u nooit gedacht, dat ik een ondankbaar mens ben?” “Hoezo Jan?” “U bent dagelijks naar mijn vrouw gekomen en ik heb geen keer dank u wel gezegd. Ik kan het niet, dokter! Mijn vader is gestorven toen ik tien jaar was, ik bleef alleen met moeder. Mijn moeder kon het alleen zijn niet verdragen en ging zich week na week vreemder gedragen. Op een middag wilde ik naar buiten om met vriendjes te spelen. Moeder stond in de deuropening en zei mij om binnen te blijven, ze kon niet alleen blijven. Plots zag ik het schilmesje in haar hand glimmen. Ik ben gevlucht door het keukenraam. De buurvrouw heeft me opgevangen en de volgende dag was moeder weg. Ik ben naar een tante gegaan en later naar een oom. Zij hebben me goed verzorgd, maar voor alles moest ik dankjewel zeggen, niets was vanzelfsprekend, zoals dat thuis was bij moeder. Dagelijks verlangde ik terug naar huis, maar ik zag vaak het mesje, ik heb de steek gevoeld. Maar als moeder naar huis was gekomen, was ik teruggegaan.” Ik wist niks te zeggen. Jan stond op en gaf me een hand. “Dank voor alles wat u voor ons gedaan hebt dokter en dank dat ik mijn verhaal mocht vertellen”. Jan ging naar buiten, de duisternis in. Het doosje met de dure Cubaanse sigaren staat thuis nog altijd op mijn bureau. Gezondheidsrechtelijke kwesties Een frisse blik op de lijkschouw DOOR MR. ARIE DE JONG, huisARTS IN GOIRLE EN JURIST Wie mag de dood vaststellen? Wie mag schouwen? Wat is het verschil tussen de dood vaststellen en schouwen? Wat is lijkvinding en wanneer is daar sprake van? Hoe zat het ook alweer met het verschil tussen een niet-natuurlijke en een natuurlijke dood? Met wie mag je overleggen? Zo maar wat vragen die regelmatig gesteld worden. De Wet op de Lijkbezorging uit 1991, met wat aanpassingen o.a. in 2010 en 2014 blinkt niet uit in helderheid en duidelijk omschreven begrippen. Daarnaast was er dit jaar nogal wat kritiek op de kwaliteit van de lijkschouw: “de meeste artsen kunnen geen blauwe plek van een lijkvlek onderscheiden” en “huisartsen doen meestal een drempel schouw.”1. Uit registraties van het Centraal Bureau voor de Statistiek is gebleken dat behandelend artsen geregeld op de doodsverklaring een niet-natuurlijke doodsoorzaak invullen, terwijl zij tegelijkertijd een verklaring van overlijden afgeven2. Daarom alles nog eens op een rij, mede ingegeven door de in juni van dit jaar verschenen Richtlijn Lijkschouw voor Behandelend Artsen3 waarin ook de werkwijze en samenwerking met gemeentelijke lijkschouwers en de politie is meegenomen. Al eerder dit jaar heeft de Inspectie voor de Volksgezondheid de Handreiking-(Niet) natuurlijke dood4 uitgebracht. Ik zal een chronologische volgorde aanhouden vanaf de melding van overlijden door een niet-medicus5. Melding van overlijden Als er een melding van overlijden wordt gedaan door een niet-medicus, zal de eerste vraag zijn of het een te verwachten overlijden was en hoe zeker men is dat de patiënt is overleden. Valt er geen hulp meer te bieden dan moet de lijkschouw ‘zo spoedig mogelijk na het overlijden’6 plaatsvinden. In de praktijk is dat binnen 3 uur. Voor een overlijden in een verpleeghuis of soortgelijke zorginstelling wordt een uitzondering gemaakt als het overlijden plaatsvindt tussen 23.00-07.00, dan mag de lijkschouw plaatsvinden om 08.00, mits het gaat om een verwacht overlijden en de familie geen bezwaar heeft. Daarnaast moet duidelijk zijn welke handelingen verpleging en verzorgenden wel en niet mogen verrichten en of het stoffelijk overschot verplaatst mag worden. 40 Pagina 39

Pagina 41

Voor clubbladen, online drukwerk en brochures zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw sportbladen.

Op één Lijn 56 Lees publicatie 26Home


You need flash player to view this online publication