op één lijn 53 3e uitgave 2015 Bruikbare wetenschap Gevarieerd voer voor generalisten DOOR JOCHEN CALS, huisARTS IN SITTARD EN UNIVERSITAIR DOCENT VAKGROEP huisARTSGENEESKUNDE Veilig rook blussen Stoppen met roken is lastig. Wellicht zullen de gesprekken over stoppen met roken in de spreekkamer weer toenemen nu de goede voornemens er weer aankomen. In de NHG Standaard is varenicline opgenomen als farmacotherapeutische ondersteuning, maar de laatste jaren was toch regelmatig twijfel over de zeldzame, maar mogelijke ernstige bijwerkingen van het middel. Hartaanvallen en zelfmoordpogingen doken op in het nieuws. Daniel Kotz kreeg toegang tot een enorme database in Engeland en vergeleek gegevens van 165.000 mensen die een stoppoging ondernamen met varenicline, bupropion of nicotinevervangende middelen. Beide geneesmiddelen (varenicline en bupropion) blijken geen verhoogd risico op cardiovasculaire of neuropsychiatrische bijwerkingen te geven. Varenicline is significant veiliger op vele uitkomstmaten waaronder cardiale aandoeningen, depressie en ‘self-harm’. Het is dus een veilig middel om patiënten te ondersteunen om de rook veilig uit de longen en het dagelijkse leven te verbannen. Piepende kinderen De appel valt vaak niet ver van de boom, en de bloesem ook niet (hatsjoe!). Kinderen van ouders met een allergische predispositie krijgen relatief vaker atopische klachten van piepen (soms astma), jeuk (eczeem) en niezen met rode ogen (rhinoconjunctivitis). Dianne de Korte onderzocht via grote GGD vragenlijsten in 2001, 2005 en 2010 wat de prevalentie was van atopische klachten en aandoeningen onder kinderen van 8 tot 11 jaar. In het decennium voor 2000 nam de prevalentie van piepende kinderen af, maar die trend heeft niet doorgezet. De prevalentie van eczeem (10,5% in 2010), piepen (6,2%) en astma (3,8%) bleef stabiel, terwijl die van rhinoconjunctivitis iets toenam (8,4% naar 12,3%). De kinderen uit de twee laatste vragenlijsten waren echter wat ouder. Voorlopig kunnen we dus geen afname verwachten van kinderen met jeuk, piepen en niezen op het (telefonische) spreekuur. Gelukkig zijn het dankbare aandoeningen om te behandelen. Een SOA test je nooit alleen Chlamydia is verreweg de meest geteste en de meest gevonden SOA in Nederland. In de huisartsenpraktijk diagnosticeren we jaarlijks 38.000 chlamydia infecties. 18 Maar de patiënt kan zijn SOA-test ook elders krijgen: bij de GGD of in het ziekenhuis. Juist de grootste risicogroep qua leeftijd (16-29 jaar) maakt vaak gebruik van meerdere zorgverleners, al dan niet gedreven door bewustzijn van het eigen risico en de kosten van SOA-diagnostiek. Casper den Heijer, ooit aios huisartsgeneeskunde, daarna gepromoveerd bij microbiologie en nu arts infectieziektenbestrijding bij de GGD, verbond deze werelden door de chlamydiadiagnostiek van alle zorgverleners uit de regio parkstad te analyseren voor een periode van vijf jaar. Er werden in totaal bijna 23.000 chlamydia testen gedaan door huisarts, GGD of ziekenhuis (meestal gynaecoloog), waarvan 8,2% positief was. 75% van de positieve testen werden door de huisarts of GGD gevonden en behandeld. Wist u dat u ook een anorectaal wattenstaafje kunt laten testen op chlamydia? U doet het vast niet, want al deze testen in het onderzoek kwamen van de SOA kliniek. Van die testen was 7,5% positief. Dat zijn dan vast allemaal mannen-die-seks-hebben-metmannen, hoor ik u denken. Toch niet, want ook vrouwen kunnen anorectale chlamydia hebben. Opvallend was dat 55% van de mensen met een anorectale chlamydia infectie géén positieve urogenitale chlamydiatest had op dat moment. Wie weet, dienen we de manier van chlamydiadiagnostiek in de toekomst dus aan te passen. Meer angst in de spreekkamer? Angst zien we in alle facetten langskomen in de praktijk. Van gezonde ongerustheid tot invaliderende paniekstoornissen waarbij het überhaupt al lastig is om de patiënt het huis uit te krijgen. Luc Gidding ging in de medische registratie van de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven na hoeveel angst symptomen en gerelateerde diagnoses werden geregistreerd over een periode van 10 jaar. De prevalentie van angst symptomen verdubbelde in 10 jaar tot 0,9% en de prevalentie van angststoornissen verdriedubbelde tot 1,1%. Over de tijd zetten de huisartsen voor zowel angst symptomen als angststoornissen meer minimale interventies in en schreven ze minder vaak antidepressiva voor. Dit laatste past mooi bij de opkomst van de POHGGZ in onze praktijken. Sterk punt van deze studie is dat het team niet alleen naar ICPC-codes keek, maar ook naar ‘angst’ zocht in de vrije SOEP-tekst. Daarmee voorkwam het onderzoeksteam dat ze alleen het verbeterde muisklikgedrag van dokters over de jaren heen in kaart brachten. Overigens Pagina 17

Pagina 19

Voor presentaties, online magazines en catalogi zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw folders.

Op één Lijn 53 Lees publicatie 23Home


You need flash player to view this online publication