3e uitgave 2015 Vrouwengeneeskunde in de middeleeuwen: een mannenzaak? “ Menstruerende vrouw doet honden dood neervallen” DOOR LUCIE BASTIAENS, LID WERKGROEP MEDISCHE GESCHIEDENIS MUMC+ In oktober 2015 is de derde reeks van de Pelerin Lezingen gestart, het zijn lezingen over medische geschiedenis. Dit jaar is het thema ‘Voortplanting en Verloskunde door de eeuwen heen’. Op 20 oktober was de lezing door Orlanda Lie, emeritus hoogleraar Middeleeuwse cultuur aan de Universiteit van Utrecht, het ging over vrouwengeneeskunde in de middeleeuwen. “Menstruatiebloed werd gezien als een giftig goedje waarvan spiegels dof uitsloegen, bomen zouden verdorren en honden dood neervielen” aldus Orlanda Lie. Deze ‘menstruatie-mythe’ trof men vooral aan in natuurwetenschappelijke verhandelingen over het vrouwelijk lichaam. In de meer praktisch en therapeutisch gerichte traktaten over de behandeling van vrouwenaandoeningen ontbreekt de mythe. Orlanda Lie benadrukt het belang om het verleden te beschouwen tegen het licht van de geldende normen en waarden in die tijd. Welke kennis had men in de middeleeuwen over het vrouwelijk lichaam en seksualiteit? Welk werelden mensbeeld lag hieraan ten grondslag? Er volgt een levendig en boeiend verhaal over vrouwengeneeskunde in de middeleeuwen. Ze legt uit hoe fysiologische kennis, verweven met denkbeelden over man-vrouw verhoudingen, tegen de achtergrond van de groei van universiteiten en de ontwikkeling van de boekdrukkunst, er langzaam maar zeker voor zorgden dat vrouwengeneeskunde steeds meer een mannenzaak werd. De middeleeuwse geneeskunde is gebaseerd op de elementen- en humorenleer uit de Griekse Oudheid. Aristoteles kende primaire eigenschappen (heet, koud, droog en vochtig) toe aan de elementen en het lichaam. Een disbalans in het lichaam, bijvoorbeeld te koud en te vochtig, veroorzaakte ziekte. Behandeling bestond uit het herstellen van de balans. Deze kijk op de fysiologie hing samen met de toenmalige man-vrouw verhouding. Het mannelijk lichaam, heet en droog, zou van nature gezonder zijn dan het vochtige en koude lichaam van een vrouw. De man was het volmaakte product, terwijl men de vrouw als een mislukte man zag. Vrouwen hadden lichter bloed en hersenen dan mannen en zouden wankelmoediger zijn. Daarom vond men vrouwen destijds niet geschikt om bestuursfuncties te vervullen. In de meeste Middelnederlandse1 gynaecologische verhandelingen werd fysiologische kennis gecombineerd met therapeutische en/ 1 Voorloper van de moderne Nederlandse taal, werd gesproken tussen 1200-1500 7 of obstetrische informatie. Naast medische naslagwerken, zorgden in volkstaal geschreven encyclopedieën en voorlichtingsboekjes voor mannen ervoor, dat kennis over het vrouwelijk lichaam en seksualiteit voor een steeds breder publiek toegankelijk werd. Verloskunde werd een universitair vakgebied, maar vrouwen waren daar niet welkom om te werken. Daarnaast kregen mannelijke artsen de supervisie over vroedvrouwen. Al met al schoof de groeiende claim die mannen op vrouwengeneeskunde legden, de ervaringsdeskundigheid van (vroed)vrouwen opzij: vrouwengeneeskunde werd een mannenzaak. Met haar enthousiasme zou Orlanda Lie nog uren kunnen doorvertellen. Toch blijft het niet bij een historisch verhaal. Ze vraagt de zaal na te denken over de waarde van historisch besef voor huidige artsen in hun dagelijkse praktijk en benadrukt het belang van vermogen tot inleven in de wereld van de patiënt. Met deze gedachten eindigt de eerste van een reeks lezingen. Er volgen nog vier lezingen binnen dit thema. U kunt daarbij zijn. De Pelerin Lezingen worden georganiseerd door de Werkgroep Medische Geschiedenis MUMC+. De lezingen zijn gratis en vrij toegankelijk. Locatie: Greepzaal op nivo 4 van het academisch ziekenhuis Maastricht, van 17.00-18.15 uur. 15 december 2015 Reinier de Graaf en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de verloskunde in de 17e eeuw, door Dr. H. Houtzager (Delft) 8 maart 2016 19 januari 2016 Vroedvrouwen in de 19e en 20e eeuw, door Dr. M. Nieuwenhuijze (Maastricht) en drs. P. Boselie (Sittard) 10 mei 2016 De technologische wending in de verloskunde na 1960, door Dr. M. Nieuwenhuijze (Maastricht) en prof.dr. E.S. Houwaart (Maastricht) Anticonceptie en Organon, door prof.dr. T. Pieters (Utrecht) Informatie en vragen: pelerin-lezingen@maastrichtuniversity.nl op één lijn 53 Pagina 6

Pagina 8

Heeft u een tijdschrift, modernmedia of digi-tijdschriften? Gebruik Online Touch: club blad van pdf naar digitaal converteren.

Op één Lijn 53 Lees publicatie 23Home


You need flash player to view this online publication