1 e uitgave 2017 In de leer “ Wie het oude niet eert, is het jonge niet weerd” DOOR KOEN VAN HELMOND, TWEEDEJAARS AIOS Het is de avond voordat ik aan mijn laatste opleidingsjaar ga beginnen. Onder het genot van een glaasje whisky maak ik de balans van het afgelopen halfjaar op. Ik schrijf een halfjaar, want door mijn werkervaring op de spoedeisende hulp heb ik vrijstelling gekregen voor mijn acute zorgstage. Het was een half jaar in het teken van de oudere medemens door stages in de ouderenpsychiatrie en daarna in de revalidatie voor ouderen. Vooraf zag ik er best wel tegen op, want ouderen… ik had er eerlijk gezegd niet zoveel mee. Sterker nog, de enige oudere waar ik wat mee heb is mijn oma, een 93-jarige dame die ik eens in de twee weken op bel om even bij te kletsen. Dat was tot voor kort mijn enige referentiekader als het om ouderen ging en misschien is mijn oma niet helemaal representatief voor haar generatie; daar ben ik inmiddels wel achter. Zo woont zij nog zelfstandig zonder thuiszorg, gebruikt ze slechts 1 aspirientje per dag, fietst ze dagelijks twee keer twintig minuten op een roestige hometrainer (die ik hoogstpersoonlijk 17 jaar geleden in elkaar heb gezet) en leest ze twee kranten per dag. Toch heeft mijn oma ook zo haar problemen natuurlijk, dat zal ik niet ontkennen. Onlangs vertelde ze me nog dat ze een Ipad air had gekocht, want de gewone Ipad die ze had werd toch wat zwaar voor haar ietwat artrotische vingers. Tja, dat zijn inderdaad lastige dingen natuurlijk. Maar goed, zoals ik in de eerste alinea al stelde: “ik had niet zoveel met ouderen” en de nadruk ligt daarbij op had. Inmiddels, na een half jaar alleen maar patiënten van boven de tachtig jaar, ben ik oprecht anders over ouderen gaan denken. Ik ben er namelijk achter gekomen dat er maar bar weinig ouderen zijn zoals mijn oma. De meeste ouderen hebben namelijk geen Ipad en met slechts 1 aspirientje op een dag komen ze ook niet weg. Wellicht hebben ze thuis een hometrainer staan die wat minder roestig is, maar daar houdt het dan ook wel mee op. Als huisarts in opleiding zat ik overwegend ruim in mijn tijd voor de patiënt en ik heb dan ook deze kans aangegrepen om “de gemiddelde oudere” in Nederland te leren kennen. Ik heb gemerkt dat een hoop ouderen tevreden zijn over het leven dat ze nu leiden en dat ze meestal berusten in de fysieke ongemakken die met de leeftijd komen. Helaas heb ik ook een hoop ouderen gezien die het wat minder hebben. Ze kampen met het gemis van een partner of hebben geen familie in de buurt wonen die zomaar even op de koffie komt. Sommigen zijn afhankelijk van anderen voor bijvoorbeeld hun dagelijkse boodschappen of een bezoekje aan de kapper, maar ze voelen zich bezwaard om om hulp te vragen. Mijn ervaring in het afgelopen half jaar is dat sommige ouderen zichzelf wegcijferen omwille van het algemeen belang. echter, zoals Albert Camus in zijn boek “De Pest” al schreef, wordt het algemeen belang gevormd door het geluk van ieder individu. In deze column wil ik een kleine lans breken voor juist díe kwetsbare ouderen in onze samenleving. Ze hebben het namelijk echt niet altijd makkelijk. Ik nodig c.q. daag iedereen uit om gewoon eens een keer met een oudere te praten en te luisteren naar hun verhaal. Hoeveel moeite is het om 1 keer per week een sociale visite en een ‘bakkie te doen’ bij een kwetsbare oudere? Een klein gebaar met een groots effect. Die ouderen… ik heb er wel wat mee! 27 op één lijn 57 Pagina 26

Pagina 28

Interactieve digi nieuwsbrief, deze PDF of lesmateriaal is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar publiceren van digitale presentaties.

Op één Lijn 57 Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication