op één lijn 47 3e uitgave 2013 Gebruik en meerwaarde van transmurale ketenpoli’s DOOR HET ONDERZOEKSTEAM ZIO COPD en Vasculaire geneeskunde De transmurale ketenpoli’s voor COPD en vasculaire geneeskunde (VG) maken deel uit van eerstelijns ketenzorgprogramma’s in de regio Maastricht/ Heuvelland. Deze poli’s zijn er om eerstelijnszorg te ondersteunen en om waar mogelijk, zorg zo lang mogelijk in de eerste lijn te houden. Binnen deze poli’s bezoekt een patiënt, verwezen door de huisarts, eenmalig een tweedelijns specialist. Deze specialist zal dan advies geven aan de huisarts en zijn praktijkondersteuner. Op deze manier wordt tweedelijns expertise ingezet zonder dat er overdracht van eerste naar tweede lijn gebeurt. In 2009 startte de Maastrichtse zorggroep ZIO (Zorg In Ontwikkeling) met het academisch ziekenhuis Maastricht de ketenpoli COPD. In 2011 volgde de ketenpoli VG. Tijd om gebruik en meerwaarde van de transmurale ketenpoli’s te onderzoeken. We gingen explorerend te werk: ‘Hoe kijken deelnemende zorgverleners en patiënten aan tegen het gebruik en de verwijzing naar ketenpoli’s?’ Er werden diverse onderzoeksvragen geformuleerd, die met kwantitatieve data uit het informatiesysteem MediX en door kwalitatief onderzoek beantwoord werden. Masterstudent Daan van der Meulen (Gezondheidswetenschappen) wijdde zijn scriptie hieraan. Hij wist 71 COPD-patiënten en 9 zorgverleners te includeren. Primair doel was om inzicht te krijgen hoe de ketenpoli’s werden gebruikt en wat de karakteristieken waren van verwezen patiënten. We wilden weten waarom huisartsen en praktijkondersteuners hun patiënten al dan niet naar de ketenpoli sturen. Minstens even belangrijk waren de ervaringen van de patiënten zelf. Het blijkt dat op de ketenpoli COPD van 2009 tot mei 2012, 493 patiënten, afkomstig van 85% van de regionale huisartsen, zijn geweest. De capaciteit van de ketenpoli werd daarmee voldoende benut (69% tot 80% per jaar). De patiënten die de ketenpoli bezochten, hadden in vergelijking met diegenen die niet gingen, een ernstigere mate van COPD en een hogere ziektelast. Slechts 54 patiënten, afkomstig van 24% van de huisartsen, bezochten van 2011 tot mei 2012 de ketenpoli VG. De capaciteit van deze ketenpoli werd matig benut in 2011 (33%). De belangrijkste reden voor zorgverleners om patiënten naar de ketenpoli COPD te sturen, heeft te maken met diagnostiek van COPD. Er worden veelal patiënten met hoge bloeddruk ingestuurd over wie zorgverleners vragen hebben over de (medicamenteuze) behandeling van hypertensie. Over het algemeen zijn zorgverleners tevreden over het advies van de ketenpoli’s en zij volgen de adviezen op. Ze waarderen de snelle en eenvoudige wijze waarop specialisten geconsulteerd kunnen worden. Bovendien leidt de beschikbaarheid van ketenpoli’s in de regio tot een afname van het aantal doorverwijzingen naar de tweede lijn, aldus de zorgverleners. De ketenpoli’s zijn, volgens de zorgverleners, van meerwaarde bij het leveren van goede kwaliteit van zorg binnen de ketenzorgprogramma’s. Als we kijken naar ervaringen van patiënten, dan zien we dat bezoekers van de ketenpoli COPD positief zijn over de werkwijze. Zorgverleners menen dat patiënten vooral tevreden zijn over de korte wachttijd en de grondige, snelle wijze waarop gewerkt wordt. Deze exploratie leidde alvast tot het inzicht dat we het gebruik van de ketenpoli VG en de bekendheid hiervan onder zorgverleners nog moeten vergroten; en dat we bij verdere implementatie van beide poli’s aandacht moeten besteden aan ICT-faciliteiten. In de toekomst zouden we ons specifiek kunnen richten op onderzoek naar de ervaringen van patiënten met deze nieuwe vormen van zorg, op de effecten op het verwijsbeleid van huisartsen, op de kosteneffectiviteit, op factoren die de behoefte aan deze nieuwe tweedelijns consultatie bij eerstelijns zorgverleners bepalen en op de rol van de ketenpoli COPD bij de diagnostiek van COPD patiënten. Het is een innovatief zorgconcept dat meer aandacht en onderzoek verdient. Dat zullen we in de toekomst ook doen, o.a. met behulp van masterstudenten en WESP-stages. Voor meer informatie: neem contact op met dr. Anna Huizing, coördinator chronische zorg en onderzoek ZIO, a.huizing@zio.nl. 16 Pagina 15

Pagina 17

Voor mailings, online weekbladen en onderwijscatalogussen zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw verenigingsbladen.

Op één Lijn 47 Lees publicatie 17Home


You need flash player to view this online publication