huisarts Jos Ridderbeks in gesprek met aios Monique Beld 1. We willen voor álle deelnemers in de groep een goede koppeling realiseren. Een wederzijdse voorkeur van aios en huisartsopleider is geen garantie voor een koppeling wanneer dat betekent dat de koppeling van een collegaaios daardoor aanmerkelijk ongunstiger uitvalt. 2. Als een opleider of aios niet goed te koppelen is, zoeken we naar een andere oplossing zoals bijvoorbeeld een alternatief buiten de koppelgroep. Soms blijkt dat een match, die op grond van voorkeuren niet voor de hand ligt, na een kennismakingsgesprek tot een succesvolle leerrelatie leidt. Het is bij dit alles goed om te weten dat onze gemiddelde koppelingsscore per groep ligt op 1.7. De koppelingsscore wordt bepaald door het gemiddelde te berekenen van alle opleider-aiosscores zoals die in de uiteindelijk vastgestelde koppelingen staan. We proberen om voor de jaar 3 koppelgroepen, diversiteit in het type opleiders te brengen: solisten, groepspraktijken, platteland, stad, et cetera. Het kan dat een aios, om in een praktijk van zijn voorkeur opgeleid te worden, moet reizen. Voor sommige aios kan dat een probleem zijn, bijvoorbeeld vanwege verplichtingen als ouder. Wat dient dan zwaarder te wegen? De praktijk van voorkeur of een korte reisafstand? Het antwoord verschilt per aios. Maastrichtse aios zijn tevreden over de koppelprocedure, maar soms worden ook bij ons opleidingssituaties voortijdig ontkoppeld. Het draaiboek dat we hierbij gebruiken, hebben we aangepast naar aanleiding van enkele recente ervaringen. Het bleek dat sommige opleiders de indruk hadden dat er al voor ontkoppeling gekozen was voordat er een gesprek met groepsbegeleider, opleider en aios had plaatsgevonden. Vandaar de aanpassing dat de groepsbegeleider voor dat groepsgesprek contact opneemt met de opleider om zijn visie te horen. Ook is er de mogelijkheid van een time-out van een week ingevoerd om te voorkomen dat men zich overvallen voelt en om te kunnen reflecteren op de situatie en de eigen rol daarin. In die week is de aios niet in de praktijk en bezoeken aios en opleider geen terugkomdagen. Na een ontkoppeling nemen we als opleidersteam contact op met een ontkoppelde opleider om te kijken of er achteraf geleerd kan worden van de situatie, zowel voor de opleider en voor ons als instituut. Ook krijgt de opleider het aanbod van ondersteuning door de regionale opleidersvereniging. De aios meldt zich ziek Die situatie doet zich niet vaak voor: het ziekteverzuim bij aios is laag (1,6 %) vergeleken bij het verzuim in de zorg (4,8%). Voor een opleider is het vaak niet zo duidelijk wat er van hem/haar wordt verwacht. Als een aios zich ziek meldt, geeft hij/zij ook een verwachting over de duur: als dit enkele dagen is, dan is er geen probleem. Als de aios verwacht langer dan een week ziek te zijn, volgt er een afspraak bij de arbo-arts. Het advies van de arbo-arts wordt doorgegeven aan onze arbocontactpersoon, Joost Dormans. Hij neemt dan met de aios en de praktijk contact op om de praktische invulling van het advies te bespreken. Soms is het advies van de arbo-arts bij een langer durende ziekmelding, dat de aios kan beginnen met re-integratie. Wij zoeken (en vinden) dan een opleider die bereid is om de aios zonder dat sprake is van opleiding, de mogelijkheid te geven om weer werkritme als huisarts op te doen. Een belangrijke taak voor de opleider kan vóór een ziekmelding liggen (signaleringsfunctie). Als hij merkt dat de aios op haar tenen loopt om het werk rond te krijgen, om welke reden dan ook, is het verstandig om te overleggen met de betrokken groepsbegeleider of om de aios te verwijzen naar de arbo-arts van de SBOH (verzuimpreventiegesprek). Tot de volgende keer, opmerkingen en vragen zijn welkom: Stijn.devries@maastrichtuniversity.nl Telefoon: 043-3882993 27 op één lijn 53 Pagina 26

Pagina 28

Scoor meer met een online shop in uw folders. Velen gingen u voor en publiceerden reisgidsen online.

Op één Lijn 53 Lees publicatie 23Home


You need flash player to view this online publication