op één lijn 47 3e uitgave 2013 Puntig Apneu. En over empathie. DOOR FELIX PUNT, GEDRAGSWETENSCHAPPER huisARTSOPLEIDING MAASTRICHT Sinds twee weken heb ik apneu. Dat wil zeggen: ik had de symptomen al langer, maar nu hebben ze een naam. Ik heb me laten vertellen dat ik in rugligging per uur vaker dan tweeëndertig maal bijna stik, maar zonder dat ik het weet. Stelt u zich voor. Maar mijn ongeruste gevoel op de vroege ochtenden is nu verklaard. En ik dien als de wiedeweerga op mijn zij te leren slapen, wil ik – ook deo volente – mijn tachtigste verjaardag nog halen . Vrienden zeggen dat dat een makkie is. Tennisballen, trillende borstgordels en zelfs krulspelden worden mij overvloedig geadviseerd. Meestal lacht men daar wat bij. ‘Ik zal het je nog sterker vertellen en hou je maar vast’, zei Dieter, toen ik hem telefonisch vertelde van mijn apneu. Het woord is overigens, zeker als je goede ademdruk opbouwt, een mooie onomatopee (zoek op, zoek op, tenzij u klassiek geschoold bent. Dit bedoel ik overigens niet neerbuigend. Natúúrlijk niet). Hij vertelde dat vijf dagen daarvoor zijn zoon van 23 was overleden. Hartstilstand in het bos. Meteen daarna was deze door omstanders echter ook weer gereanimeerd, en nu lag hij in het ziekenhuis het hele gebeuren fysiek en ook emotioneel te verwerken. Deels kwam de reactie naar buiten in de vorm van heftige agressiviteit, zodat het verplegend personeel alleen nog maar met zijn tweeën naar binnen dorst. Uiteindelijk was in onderling overleg tot benzodiazepinen besloten, ‘… en de rust keerde werkelijk weer’, aldus Dieter. Een verademing, ook voor de zoon zelf, die voor het eerst in zijn leven toestemde in medicatie om zijn, al levenslang belastende, heftigheid te kunnen beteugelen. Ik weet niet hoevéél moeite de ouders zich in al die jaren hebben getroost om het gedrag van hun zoon in goede banen te leiden, maar niets hielp. Tot een hartstilstand en enkele benzodiazepinen. Tot het kwartje viel. Hoe leert een mens? Met betrekking tot de arts-patiënt communicatie vraag ik mij als docent regelmatig af, hoe aan aios goede communicatieve vaardigheden over te brengen ten behoeve van het consult. Gelukkig zijn er goede leerboeken als die van Van Staveren over ‘Patiëntgericht communiceren’. In deze boeken staat op zijn minst een groot aantal tips. Op een willekeurig opengeslagen pagina lees ik bijvoorbeeld om jegens een cliënt met weerstand (huh?) ‘bewust een open, uitnodigende lichaamshouding aan te nemen’, ‘in ieder geval niet met de armen over elkaar te zitten’, ‘verbaasd te papegaaien’ als de cliënt wil weten hoe lang je je werk al doet, en ‘actief te zoeken naar iets positiefs bij de cliënt (hé, hippe sandalen!)’. En wat te denken van deze: ‘Met een positieve formulering haal je meteen de angel uit het gesprek.’ Wel: op niet uitgeslapen ochtenden zijn dit nekslagen voor mijn geprikkelde humeur. Enkele uren later en gelouterd door de dag vind ik het toch wel bruikbare tips. Het op-de-zij-slapen ga ik mij wel eigen maken, dankzij de aanwijzingen van de mensen om mij heen. Chirurgische ingrepen kan een aios leren door deze gedemonstreerd te krijgen en vervolgens zelf ook te gaan doen. Patiëntgerichte communicatie stoelt echter op vaardigheden èn empathie. Het is nodig om de aios voor te houden om de patiënt zoveel mogelijk ‘onbevangen te bevragen’. Dit lukt echter niet zomaar op bevel. Hij of zij moet ook leren écht begaan te zijn met de mens tegenover zich op de stoel. Sommigen kunnen dat van nature. Anderen moeten nog door het leven worden wakker geschud, hetzij door eigen ervaring, hetzij door het ongeluk en verhaal van een ander - waarvan je hart even stilstaat, en een kwartje valt. 26 Pagina 25
Pagina 27Scoor meer met een online winkel in uw edities. Velen gingen u voor en publiceerden presentaties online.
Op één Lijn 47 Lees publicatie 17Home